De continentale grip
In padel is de meest gebruikte grip de zogenaamde “continental grip”. Deze grip houdt in dat de speler zijn hand op het racket plaatst alsof hij een hamer vasthoudt. Met deze positie kunnen spelers gemakkelijk zowel forehand- als backhand-slagen uitvoeren en biedt het een goede balans tussen kracht en controle.
De positie van je vingers
De vingers moeten enigszins gespreid zijn en rond het handvat worden gewikkeld, waardoor een stevige maar flexibele grip ontstaat. De pink en ringvinger kunnen iets gespreid zijn van de andere vingers, terwijl de duim aan de achterkant van het handvat rust.
De hoek van het racket
Met de continentale grip zal het blad van het racket enigszins naar boven wijzen in de richting van je lichaam. Dit zorgt voor een natuurlijke houding van de pols en maakt het gemakkelijk om zowel forehand- als backhand slagen uit te voeren.
Veel gemaakte fouten bij de continental grip zijn:
Te strak vasthouden
Een van de meest voorkomende fouten is het te strak vasthouden van het racket. Dit kan leiden tot overmatige spanning in de hand en onderarm, waardoor de speler minder controle heeft over het racket en het risico op blessures toeneemt.
Handpositie
Een andere fout is een verkeerde handpositie op het racket. Dit kan variëren van het plaatsen van de hand te ver naar voren of naar achteren op het handvat tot het niet correct spreiden van de vingers. Een incorrecte handpositie kan leiden tot verminderde controle en kracht tijdens het slaan.
Voorkom blessures
Het correct vasthouden van een padel racket is niet alleen essentieel voor een betere controle en prestaties op de baan, maar het kan ook helpen bij het voorkomen van blessures. Een van de belangrijkste aspecten van een goede grip is het verminderen van de spanning in de hand en onderarm. Een te strakke grip kan leiden tot overbelasting van de spieren en pezen, wat op zijn beurt kan leiden tot blessures zoals tenniselleboog of peesontsteking. Om dit te voorkomen, is het belangrijk om de grip op het racket ontspannen te houden en alleen de benodigde kracht toe te passen tijdens het slaan
Het verschil tussen de grip bij tennis en padel
In tennis wordt vaak gebruik gemaakt van verschillende gripstijlen, zoals de Eastern en Western grip, die afhankelijk zijn van het type slag dat wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld, de Eastern grip wordt vaak gebruikt voor de forehand en de Western grip voor de topspin-slagen. Deze grips vereisen een specifieke handpositie op het racket, waarbij de hand meer gedraaid kan zijn en de vingers anders geplaatst zijn dan bij de continentale grip van padel.
Bij de Eastern grip ligt de handpalm meer tegen het racketblad, terwijl bij de Western grip de handpalm meer onder het racket komt te liggen. Dit verschil in handpositie maakt het mogelijk om de hoek van het racketblad te veranderen bij het slaan, wat resulteert in verschillende effecten op de bal.
In vergelijking hiermee vereist de continentale grip van padel een meer neutrale handpositie, waarbij de hand als het ware een natuurlijke extensie van de arm vormt. De vingers liggen iets meer gespreid en de duim rust aan de achterkant van het racket. Dit geeft spelers de veelzijdigheid om zowel forehand- als backhand slagen uit te voeren met relatief gemak, zonder van grip te hoeven veranderen zoals in tennis.